donderdag 25 juni 2009

Het vermoeden van rodenbach


Het vermoeden van rodenbach is vergelijkbaar met dat van goldbach en gelinkt aan de kwadratuur van een cirkel.

Het stelt dat men rechtlijnige meetkundige figuren kan tekenen rond een cirkel zodat men na verloop van tijd een lijnstuk kan aanduiden dat wanneer men het vermenigvuldigt met een natuurlijk geheel getal men de omtrek van de cirkel bekomt.

Ook bekend als het vermoeden van de overbodigheid van het getal pi.

Een cirkel is familie van de kromlijnige figuren.
De andere zijn de rechtlijnige figuren.

Rechte lijnen en kromme lijnen van rechts naar links:
Waar een rechte lijn die van rechts naar links gaat constant van rechts naar links gaat zonder ooit tegelijkertijd hoger of lager te gaan zijn de kromme lijnen daar wel onderhevig aan.

Wiskundigen zeggen dat rechtlijnigheid wiskunde met vaste formules bevat daar waar kromlijnigheid zoveel oneindige variatie bevat dat je van geluk mag spreken als je een formule vindt voor een kromlijnigheid zoals bij een parabool of een ellips.

Een cirkel is een vaste kromlijnigheid vanuit het visuele standpunt:
Bij het rad van fortuin is er een pijltje dat vaststaat en aanduidt waar het draaiende rad gestopt is.
Met de focus op dat pijltje terwijl het rad draait ziet men dan dat elk punt van de cirkel dat door het pijltje in 1 moment aangeduid wordt in aansluiting met zijn volgende cirkelpunten dezelfde kromming of break naar boven net voor het pijltje en naar beneden net na het pijltje heeft.

En dan kwam rodenbach die zijn vermoeden plaatste op basis van zijn stellingen dat een vaste kromlijnigheid zoals een cirkel een vaste formule kan opleveren omdat hij vond dat een vaste of constante kromlijnigheid een constante som van neer of opwaartse rechtlijnigheid is met de tegelijkertijd gebeurende rechtlijnige beweging van links naar rechts of omgekeerd.
Hij stelde dan ook dat het hem niet uitmaakte dat die tegelijkertijd gebeurende kruisvormige rechtlijnigheden zich op de limiet naar oneindig in het gegeven klein of het afstandsloze manifesteerden omdat hij vond dat wanneer de realiteit de dualiteit is van de afstandsloosheid en de onafstandsloosheid waarbij een mens met zijn zintuigen enkel in het laatste gegeven gelooft, men het ene voor het andere mag gebruiken.

Straffe kerel,
straf vermoeden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten